De eerste landbouwrevolutie begint in het Midden-Oosten rond 10.000 voor Christus. Een verschuiving van een nomadisch jagend-en verzamelend bestaan naar de vestiging van landbouwgemeenschappen. De mens begint zich te vestigen in nederzettingen en gaat zijn woonomgeving aanpassen aan zijn behoeften. Voor het eerst neemt de mens geen genoegen met wat de natuur hem biedt, maar gaat hij zelf voedsel verbouwen en dieren houden. Oerbossen worden gekapt om ze in cultuur te brengen voor het telen van gewassen.
De revolutie voltrok zich op meerdere plekken in de wereld. Op het grondgebied van het huidige Nederland arriveerde de landbouw rond 5250 voor Christus, in Limburg. Daar ontstond toen een typische boerencultuur die wel aangeduid wordt als de Bandkeramiek (Linear Band Ware).
