Het internet was oorspronkelijk een combinatie van een wetenschappelijke infrastructuur, het ARPANET van het Amerikaanse Ministerie van Defensie, en maatschappelijke computernetwerken als HIVNET, PeaceNet en GreenNet. Begin jaren negentig maakten hackers, kunstenaars en activisten het voor het grote publiek toegankelijk. Het was een tijd van grote innovaties, nieuwe vormen van sociale interactie, visuele interfaces, alle mogelijke toepassingen en nieuwe vormen van digitale dienstverlening en bedrijvigheid. En juist op dat moment, toen we de publieke waarden van het internet hadden moeten beschermen, werd het volledig gekaapt door de retoriek van gouden bergen en oneindige exponentiële groei.
In de jaren negentig werd het internet het mekka van het neoliberale marktdenken. Ondernemers mocht geen strobreed in de weg worden gelegd. Overheden moesten op grote afstand blijven. Alles werd tot markt verklaard, ook de persoonlijke levenssfeer. Aandacht werd verkocht aan de hoogste bieder. Het wantrouwen tussen mensen, instituties en staten werd gevoed door algoritmen, die op de achtergrond samenzweringstheorieën en nepnieuws rondpompten.
De zes bedrijven met de hoogste beurswaarde wereldwijd zijn momenteel Apple, Microsoft, Amazon, Alphabet Inc. (het moederbedrijf van Google), Tencent en Facebook. Hun gezamenlijke marktkapitalisatie loopt in de triljoenen dollars. We financieren daar via onze overheden aan mee, want we stimuleren getalenteerde onderzoekers om hun kennis en kunde onder te brengen bij start-ups, die soms wel meer dan een miljard dollar waard zijn. De aandeelhouders van deze veelbelovende nieuwe bedrijven hebben maar één doel: zo snel mogelijk cashen en doorverkopen.
De honderden miljoenen euro’s die de Nederlandse staat ‘leent’ van toekomstige generaties om te investeren in technologisch onderzoek, komt via patenten en intellectueel eigendom uiteindelijk terecht bij de Amazons van deze wereld – en dus niet bij een publieke infrastructuur en het algemeen belang. En dan hebben we het nog niets eens over de energieslurpende digitale infrastructuur, het delven van grondstoffen voor de productie van hardware en de e-waste die daarbij vrijkomt, die een onverantwoorde aanslag op het milieu zijn.
Marleen Stikker
https://www.vpro.nl/programmas/tegenlicht/lees/artikelen/2022/een-andere-toekomst-voor-het-internet.html?fbclid=IwAR3VqxGQQMMJzYUrmEw8esVK9RgG4jyWn4XcuPMATD_vBm25gIheyRw0j78